Dag 20: Corcovado Nat. Park


Om 6:30 uur is er het ontbijt.


In de buurt van de camping kunnen je verschillende wandelingen maken. Ik loop eerst de route naar de Rio Sirena. Onderweg zien we wel tapir sporen, maar de schuwe dieren zelf zijn nergens te zien.


Bij de rio Sirena vliegen een aantal ijsvogeltjes rond. In deze rivier mag je niet zwemmen omdat hier krokodillen voorkomen. Op het strand krioelt het van de heremietkreeftjes. Het is onmogelijk over het strand te lopen zonder ook maar een kreeftje onder je voet te krijgen.


Aan de rand van het strand begint meteen het regenwoud, wat een prachtig gezicht is. Krabben hebben hun holletjes in het strand gemaakt.
Het lijkt een prachtige plek om hier te zwemmen. Een rivier stroomt langs een aantal 'stranden'. Langs de rivier staan palmbomen. Alleen de bounty is nergens te vinden. Er is geen krokodil te zien hier. Later lees ik ergens dat hier de haaien vanuit de zee tot in de monding van de rivier zwemmen.
Bij de riviermonding loopt een pad weer terug het regenwoud in. Waar het pad begint zit een grote spin in haar web. Deze spin is waarschijnlijk (?) een vrouwtje. Het vrouwtje van dit soort is veel groter dan het mannetje. Na de paring moet het mannetje dan ook rennen voor zijn leven.
Een paar meter het pad op zit een hagedis tegen een boom. Het diertje blijft stil zitten als ik vlakbij kom.
Langs het pad liggen overal bladeren. Dit pad terug naar de camping loop ik alleen. Links en rechts van mijn hoor ik steeds geritsel. Als je alleen bent zie je de hagedissen overal langs en op het pad zitten. Door het geritsel zie je ze toch, ondanks hun camouflage kleuren.
Een groep apen (kapucijnen) steekt hoog in de bomen het pad over. Grace komt nu ook net over het pad aangelopen. Zij en Bruno hebben zojuist nog een miereneter in de boom zien zitten. Als ik ga kijken is het beest al verdwenen.

Langs dit pad staan verschillende dikke bomen. Over het pad loopt een lang spoor van bladsnijders mieren. Deze dieren vormen een lange rij van wandelende stukken van bladderen. Op sommige plaatsen is er een tussenopslag. Hier leggen de mieren de blaadjes neer om terug te lopen voor de volgende lading. Andere mieren pakken de blaadjes hier op om ze verder te transporteren. De blaadjes vormen in het mierennest een voedingsbodem voor schimmels. Deze schimmels produceren weer een stof waarvan de mieren leven.


De lunch is om 11:30.
Iedereen is op tijd, 1 persoon na. Het is ondertussen behoorlijk warm geworden en bijna allemaal lopen we naar de Rio Claro. De wandeling valt tegen. Het eerste stuk is een steile klim. Het zweet stroomt in straaltjes van mijn gezicht. Daarna daalt het pad weer om tenslotte bij de rivier uit te komen.


In deze rivier zitten geen krokodillen. We vragen ons wel af hoe de krokodillen weten dat ze hier niet mogen zwemmen en wel in de andere rivier.

Het koele water is heerlijk. Aan een kant rand stroomt de rivier vrij snel. Aan de andere kant is het water rustig. Het is een prachtige zwemplaats. De rivier stroomt langs een oever van kiezels. Boven ons torent het regenwoud uit.


 Ik loop na het verfrissende bad het pad verder door naar Sirena. Deze route (langs het strand) loopt vlak en is veel gemakkelijker om te lopen.
Ik zie nog een boshoen vlak voor mij het pad oversteken. Als er stukken hout omlaag vallen op het pad, blijkt er een specht boven mij een hol te maken. Ook zijn de apen onderweg weer te zien. Er zijn vele holletjes van krabben te zien in de grond. Een grote heremietkreeft kruipt vlak langs het pad voorbij.


Op de camping zijn de ara's nog brutaler te worden. Ze lopen tussen de tenten door en zijn niet bang voor ons. Een van de vogels raakt verstrikt in een scheerlijn van de tenten. Hij loopt steeds weg als ik het touw van zijn pootje los wil maken. Tenslotte pakt de vogel het touw met de snavel vast en haalt het zelf van zijn poot af.

Deze morgen waren de tenten erg nat van de dauw. Daarom willen we de tenten vandaag onder het afdak van het huis-in-aanbouw zetten. Dit vinden de parkwachters gelukkig goed. Met wat passen en meten kunnen de binnententen er net staan. De buitententen kunnen alvast ingepakt worden.

De laatste persoon is nog steeds niet gesignaleerd. De parkwachters zijn ondertussen gewaarschuwd, maar wachten nog even af. Om 17:00 (het begint donker te worden) loopt een parkwachter een rondje over het pad waar hij vanmorgen om 10:30 nog gesignaleerd.

Wij moeten eerst eten. Hier is het nogal druk omdat er meer touristen zijn aangekomen.

Na het eten (het is nu donker) gaan Grace, Geert en 2 parkwachters nog een groter rondje lopen. De rest gaat buiten bij een lamp zitten. Je wordt hier wel continu overvallen door de muggen en vliegen. Met rook en muggenstiften proberen we de muggen te verdrijven.

Als Grace en Geert (bezweet) terug zijn, is John nergens gezien. Wel was de wandeling niet zonder gevaren geweest. Twee fer-de-lance slangen (het meest giftige en gevaarlijke soort slang) blijken er tijdens de wandeling gezeten te hebben. Grace heeft tijdens de wandeling haar enkel verzwikt door de vele wortels op het pad.

Morgen als het licht is gaan we met z'n allen zoeken. We besluiten om evt. hier maar een extra nacht te blijven. Voor de terugwandeling moeten we over het strand lopen. Dit strand wordt door het water overspoelt als het vloed is. Als we daarom morgenvroeg niet meteen vertrekken, kunnen we deze route niet meer lopen.

Het slapen gaat weer moeizaam. Ook alleen in de tent en met de open binnentent is het nog behoorlijk zweten. Ook vraag je je af waar onze reisgenoot ergens in het oerwoud uithangt.


de volgende dag