Om 7:00 sta ik op na een redelijk nachtrust.
De bagage wordt
alvast gesplitst voor de komende nacht.
We ontbijten langs het water.
Van de 'campingbeheerder' krijgen we een rondleiding door
de bekkens van de zoutwinning. Uit 360 bronnen komt water dat het meer inloopt.
Pompen brengen water in bassins. Daar blijft het 10 dagen indampen,
waarna het in een tweede (lagere) bassin loopt. In dit bassin blijft
het water 15 (???) dagen. Dan wordt het water in het derde en laatste
bassin gelaten.
Hier blijft het een maand om in te dampen. Het zout wordt daarna in
heuveltjes gelegd. Met kruiwagens wordt het zout van hier op
een grote hoop gegooid.
Na nog een tijdje drogen gaat het in zakken die
door vrachtwagens opgehaald worden. Hier hebben we de asfaltweg
naar het meer aan te danken. Bij het zoutwinningsbedrijf werken 20000
mensen.
Het zout is sinds 2011 niet meer geschikt voor menselijke consumptie.
De rondleiding eindigt in het dorp. Daar drinken we een koffie. Dat er ook
een paar geiten rondlopen is blijkbaar normaal. Onze gids van de komende
dagen brengt een plantje met peulvruchten. Het zijn kleine 'erwten',
shimbaba genoemd,
die rauw gegeten worden. Lekker is het niet, maar ook niet vies.
We hebben de tijd, waarna de auto's verder rijden. Eerst nog een stukje asfalt, maar dan slaan we rechtsaf. Chinezen zijn hier een weg aan het aanleggen, maar wij gaan over een onverharde weg verder. Het is niet echt een weg te noemen. We trekken diepe sporen door los zand dat over de auto en voorruit komt. Het is hard werken voor de chauffeurs.
Het is een kaal zandlandschap met hier en daar een struik. Af en toe waait het zo hard dat er door het zand geen zicht meer is.
We stoppen in Kursaiwat (een zeer stoffig 'dorp') om bij chief Gelissa toestemming te vragen en een scout en politieagent mee te nemen. Het duurt even. De chief is er zelf en rondom zit het vol met andere mannen.
Ik neem een koude cola. Omdat we 'farangi' zijn is de prijs het dubbele (50 Birr) dan voor de lokale Ethiopiers.
De route gaat verder door zeer los zand. De 4x4 en lage gearing zijn geen overbodige luxe. De wind komt van achteren vandaan zodat we in onze eigen zandstorm rijden.
Het zand gaat over in lava. Zelfs hier staan Afar hutten!
Het rijden gaat nu zeer langzaam over rotsachtig terrein.
Nog enkele namen: De derde chauffeur is Mulat. De gids heeft Haiftu en de kok Mehretab.
We stoppen rond 13:30 om te lunchen. De kok heeft de lunch al klaar gemaakt (vanmorgen). We eten deze op in de schaduw van een struik/boomop het lava veld. Een half uur later rijden we verder.
Om 14:50 hebben we het einde van de weg bereikt. Hier staan hutjes voor de soldaten. Er worden matjes in een hutje gelegd zodat we de tijd rustig kunnen uitzitten/uitliggen.
Voor de wandeling krijgen we een stevige kom soep. ETT komt er helaas ook aan met 40 tot 50 klanten. Auto na auto komt binnen. Het wordt deze avond druk boven.
Op tijd (17:10) beginnen we te wandelen. Het is nu een stuk koeler geworden. Een scout gaat voorop. De politieagent (met geweer) vormt de achterhoede. Heel langzaam lopen we eerst over los zand dan over lava. Af en toe is er een pauze. Vanaf ongeveer halverwege lopen we in het donker (in het licht van een hoofdlampje).
In het donker is de rode gloed van de krater in de verte al goed te zien. De volle maan komt ook op.
Boven bij de kraterrand staan hutjes van lavastenen en een dak van hout met droge planten. Hier slapen de soldaten en wij ook. De grote groep zal in de open lucht slapen.
Na de nodige foto's van de rode gloed lopen we via een kort, steil pad
naar de lavavlakte in de Ertale krater. Deze lava is pas een jaar oud en we moeten
precies achter de gids blijven.
Het waait stevig. Als de rook terecht komen van de vulkaan is deze erg onaangenaam (en erg giftig). Met een natte T-shirt voort de neus en mond (ipv sjaal) gaat het verder.
We lopen iets om de krater en gaan naar de rand aan de kant waar de wind vandaan komt.
Er is nu een fantastisch uitzicht over het lava meer dat 60 meter onder ons ligt. Er zijn flinke erupties te zien en daarna stroomt een meer van lava een richting uit. Als het rustiger is dan zie je alleen een paar rode strepen door een donkerder lava meer.
Het is een mooi spektakel waar je uren naar kunt kijken. Helaas zijn de gassen niet bepaald gezond en gaan we weer terug.
Om 22:30 zijn we terug in het kamp. We kunnen een hutje kiezen. Een zeil met matje wordt in het hutje gelegd. Hierboven hang ik mijn muskietennet op. En een extra therm-a-rest matje is wel zo fijn.
Er wordt nog een broodje (met groente) gebracht. Ik proef nog steeds het gas als ik het broodje op eet. Ondertussen voel ik mij wel moe.
Ik slaap snel in, maar wordt even na 1:00 wakker als een grote groep toeristen gaat (of komt?). Deze nacht slaap ik weinig.
Statistieken: | ||
Tijd onderweg: | 4:06 uur | |
Looptijd : | 2:57 uur (> 1 km/uur) | |
Afstand: | 9.8 km | |
Gestegen: | 441 m |