Dag 9: Rincon de la Vieja


Om 7:30 is er ontbijt.

Afgelopen nacht hoorden we alle drie in de kamer een geritsel, wat leek alsof er iets onder mijn bed zat. Even later begon het te licht te stinken. We horen vanmorgen dat dit een stinkdier zal zijn geweest. Als je door zo'n dier ondergespoten wordt, kun je al je kleren weg gooien. Zelf stink je nog een aantal dagen, waarbij alleen wassen met tomatensap enigszins schijnt te helpen.


Voordat we bij het park zijn is er nog een wandeling van 40 minuten over een veldweg. In eerste instantie mogen we het park niet in met onze kaartjes. Grace heeft alle kaartjes al in San Jose gekocht en de parkwachter denkt dat dit niet mag. Gelukkig lost het probleem zich op en mogen we met onze kaartjes het park in.


Via twee 'hekjes' komen we in het regenwoud van het park. Het pad voert over twee rivieren. Op aanraden van Grace had ik mijn slippers bij me om door het water te kunnen waden. Sinds haar vorige reis is er echter een brug over het eerste riviertje gebouwd, waardoor we geen natte voeten hoeven te krijgen.


In het bos is het vrij donker, ondanks dat de zon hier volop schijnt. Langs het pad staan veel dikke bomen met plankwortels.


Op een bepaalde plaats splitst het pad zich in twee richtingen. Hier splitst de groep zich ook om naar de waterval en meer naar hun keuze te lopen.
Met John en Bruno loop ik richting de verborgen watervallen (Las Cataratas Escondidas). Het (nog 2 km lang) pad gaat omhoog door open terrein. De wind lijkt met windkracht 100 te waaien. Je kunt hier schuin staan zonder om te vallen. Het pad loopt vrij steil tegen de berg omhoog. Het pad is een uitgesleten spoor tussen het gras door.


Vanaf de berg zijn er prachtige vergezichten. Je kunt de oceaan in de verte zien liggen.

De eerste waterval (70 m hoog) is meteen te zien als we 'boven' bij de rand komen. Door de wind waait het water soms zo weg dat het niet meer onder aankomt.


Een pad voert ons verder langs de helling. Je loopt hier tussen de struiken door naar een riviertje. Bij het riviertje gekomen is er geen pad meer. Als we niet wisten dat er nog een waterval moest liggen, hadden we hier niet meer verder gelopen. Je klautert over de rotsen in de rivier om voorbij een bocht bij een tweede waterval ('maar' 12 m hoog) te komen. De waterval ligt erg mooi en komt in een blauw (en ijskoud) meertje terecht.


Bij de waterval eten we de lunch. Gisteren hebben we bij een supermarkt in Liberia de lunch ingekocht. De broodjes en beleg heb ik los meegenomen. Na de klim smaken de vers gesmeerde (met pate) broodjes heerlijk.
Ondertussen komen er meer personen van de groep bij deze waterval aan. Behalve de Baobab groep is er niemand die bij de waterval aankomt. Bij het water vliegen prachtige blauwe libellen rond. Het is een verborgen paradijsje.


De weg terug gaat bergaf. Nu waait de wind in de rug, maar bij het dalen is dit geen grote hulp. Op de plaats waar de splitsing is besluiten we ook nog naar de tweede waterval (Pozo Azul : blue lagoon) te lopen (nog 2.5 km enkele trip). Deze wandeling gaat over een vrij vlakke helling. Soms loop je tussen de donkere bomen en andere stukken over een vlakte. Je blijft hier mooie vergezichten zien.


Als we bij de waterval aankomen is het ondertussen behoorlijk warm geworden. Even lekker pootje badend op een rots zitten is heerlijk. Behalve ons drieen is er verder niemand meer. Diegenen van de groep die hier naar toe gelopen waren, zijn ondertussen al weer vertrokken. Het pootje baden konden mijn voeten ondertussen wel gebruiken. Om te zwemmen hebben we alledrie echter geen zin meer.


Op de terugweg lopen we nog een ruiterpad in om te kijken of we bij modderbaden uit kunnen komen. Eerst leidt het pad nog door een (donker) bos. Later komt het op een open terrein uit. Het pad lijkt echter steeds verder te lopen (naar de waterval terug?) en de tijd begint te dringen. Als we zwavel (rotte eieren) ruiken zoeken we ook van het pad af en komen toch bij warmwater bronnen uit.

De tijd begint te dringen en we gaan terug naar het pad. Hier zitten net een aantal Kapucijnen aapjes in de bomen langs het pad. Een stuk verder een lachende havik in een boom, net in het zonlicht.

De tijd begint ondertussen te dringen om voor het donker terug bij de lodge te zijn.
Door stevig door te lopen zijn we om 16:30 uur bij de uitgang van het park, waar we ons afmelden. Nu is het nog ongeveer drie kwartier over een landweggetje naar de lodge. Op het laatste stuk naar de hacienda zien we nog een toekan in de boom langs de weg zitten. Ondanks dat het donker begint te worden, probeer ik er nog een foto van te maken. Thuis bleek deze nog vrij aardig gelukt te zijn.
Net bij zonsondergang zijn we terug (17:10).
Na een welverdiend biertje ga ik douchen (met koud water, brrrr).

Om 19:00 uur is er avondeten.

Als ik wil gaan slapen voel ik een bult achter op mijn been. Het blijkt een grote teek te zijn. Als ik zoek vind ik er nog een op mijn been. De waarschuwing van Grace om jezelf op teken te controleren vanwege het vele vee in de buurt is dus duidelijk terecht geweest.


de volgende dag