Om 7:30 is er ontbijt.
Afgelopen nacht hoorden we alle drie in de kamer een geritsel, wat leek alsof
er iets onder mijn bed zat. Even later begon het te licht te stinken.
We horen
vanmorgen dat dit een stinkdier zal zijn geweest. Als je door zo'n dier
ondergespoten wordt, kun je al je kleren weg gooien. Zelf stink je nog een
aantal dagen, waarbij alleen wassen met tomatensap enigszins schijnt te helpen.
Voordat we bij het park zijn is er nog
een wandeling van 40 minuten over een veldweg. In eerste instantie mogen we
het park niet in met onze kaartjes. Grace heeft alle kaartjes al in San Jose
gekocht en de parkwachter denkt dat dit niet mag. Gelukkig lost het probleem
zich op en mogen we met onze kaartjes het park in.
Via twee 'hekjes' komen we in het
regenwoud van het park. Het pad voert over twee rivieren. Op aanraden van Grace
had ik mijn slippers bij me om door het water te kunnen waden. Sinds haar vorige
reis is er echter een brug over het eerste riviertje gebouwd, waardoor we geen
natte voeten hoeven te krijgen.
In het bos is het vrij donker, ondanks dat
de zon hier volop schijnt. Langs het pad staan veel dikke bomen met plankwortels.
Op een bepaalde plaats splitst het pad
zich in twee richtingen. Hier splitst de groep zich ook om naar de waterval
en meer naar hun keuze te lopen.
Met John en Bruno loop ik richting de verborgen watervallen (Las Cataratas
Escondidas). Het (nog 2 km lang) pad gaat omhoog door open terrein. De wind lijkt met
windkracht 100 te waaien. Je kunt hier schuin staan zonder om te vallen. Het pad
loopt vrij steil tegen de berg omhoog. Het pad is een uitgesleten spoor tussen
het gras door.
Vanaf de berg zijn er prachtige vergezichten.
Je kunt de oceaan in de verte zien liggen.
De eerste waterval (70 m hoog) is meteen te zien als we 'boven' bij de rand komen. Door de wind waait het water soms zo weg dat het niet meer onder aankomt.
Een pad voert ons verder langs
de helling. Je loopt hier tussen de struiken door naar een riviertje. Bij het
riviertje gekomen is er geen pad meer. Als we niet wisten dat er nog een waterval
moest liggen, hadden we hier niet meer verder gelopen. Je klautert over de rotsen
in de rivier om voorbij een bocht bij een tweede waterval ('maar' 12 m hoog)
te komen. De waterval ligt erg mooi en komt in een blauw (en ijskoud) meertje
terecht.
Bij de waterval eten we de lunch. Gisteren
hebben we bij een supermarkt in Liberia de lunch ingekocht. De broodjes en beleg
heb ik los meegenomen. Na de klim smaken de vers gesmeerde (met pate) broodjes
heerlijk.
Ondertussen komen er meer personen van
de groep bij deze waterval aan. Behalve de Baobab groep is er niemand die bij
de waterval aankomt. Bij het water vliegen prachtige blauwe libellen rond. Het
is een verborgen paradijsje.
De weg terug gaat bergaf. Nu waait
de wind in de rug, maar bij het dalen is dit geen grote hulp. Op de plaats waar
de splitsing is besluiten we ook nog naar de tweede waterval (Pozo Azul : blue
lagoon) te lopen (nog 2.5 km enkele trip). Deze wandeling gaat over een vrij
vlakke helling. Soms loop je tussen de donkere bomen en andere stukken over
een vlakte. Je blijft hier mooie vergezichten zien.
Als we bij de waterval aankomen
is het ondertussen behoorlijk warm geworden. Even lekker pootje badend op een
rots zitten is heerlijk. Behalve ons drieen is er verder niemand meer. Diegenen
van de groep die hier naar toe gelopen waren, zijn ondertussen al weer vertrokken.
Het pootje baden konden mijn voeten ondertussen wel gebruiken. Om te zwemmen
hebben we alledrie echter geen zin meer.
Op de terugweg lopen we nog een ruiterpad
in om te kijken of we bij modderbaden uit kunnen komen. Eerst leidt het pad
nog door een (donker) bos. Later komt het op een open terrein uit. Het pad lijkt
echter steeds verder te lopen (naar de waterval terug?) en de tijd begint te
dringen. Als we zwavel (rotte eieren) ruiken zoeken we ook van het pad af en
komen toch bij warmwater bronnen uit.
De tijd begint te dringen en we gaan terug naar het pad. Hier zitten net een aantal Kapucijnen aapjes in de bomen langs het pad. Een stuk verder een lachende havik in een boom, net in het zonlicht.
De tijd begint ondertussen te dringen om voor het donker terug bij de lodge
te zijn.
Door stevig door te lopen zijn we om 16:30 uur bij de uitgang van het park,
waar we ons afmelden.
Nu is het nog ongeveer drie kwartier over een landweggetje naar de lodge.
Op het laatste stuk naar de hacienda zien we nog een toekan in
de boom langs de weg zitten. Ondanks dat het donker begint te worden, probeer
ik er nog een foto van te maken. Thuis bleek deze nog vrij aardig gelukt te
zijn.
Net bij zonsondergang zijn we terug (17:10).
Na een welverdiend biertje ga ik douchen (met koud water, brrrr).
Om 19:00 uur is er avondeten.
Als ik wil gaan slapen voel ik een bult achter op mijn been. Het blijkt een
grote teek te zijn. Als ik zoek vind ik er nog een op mijn been.
De waarschuwing van Grace om jezelf op teken te controleren vanwege het vele
vee in de buurt is dus duidelijk terecht geweest.