Dag 19: Pto. Jiminez - Sirena


Vandaag begint de vermoeiendste dag van de vakantie om 5:30 uur met het ontbijt.


Met een landrover en een pick-up truck (ik ga achterin de laadbak zitten) worden we naar het begin van het wandelpad gebracht. Onderweg in de truck zien we vele vogels overvliegen. Een paar bomen langs de weg zitten boordevol vogels. We stoppen even om hiervan een foto te kunnen maken.

Voor het laatste stuk met de auto's moeten we tig keer door een rivier rijden voordat we kunnen gaan lopen. Als we uitstappen staan we tussen grote struiken in. Langzaam zijn de hoge bosranden dichter bij ons gekomen tijdens het rijden.

We gaan bijna dwars over het schiereiland door het regenwoud lopen.

Het eerste deel gaat over een goed onderhouden pad (schijven van boomstammen). Eerst klim je continu en daarna daalt het pad af naar Los Patos. De eerste twee kilometer gaat veel sneller en gemakkelijker dan verwacht. De vorige keer dat Grace hier was, was het hier nog een modderpad.

Bij Los Patos staat het parkwachtershuis en is een camping. Hier kunnen de veldflessen evt. bijgevuld worden (zelf heb ik nog niets gedronken). Bij de camping zitten een aantal apen in de bomen.

Na het betalen van de entree kunnen we verder het Corcovado park in. De tocht gaat verder (nog 20 km) wel over de grond zonder houten schijven. De groep begint uit elkaar te vallen omdat het tempo gaat verschillen.

Onderweg moeten we verschillende rivieren oversteken. Mijn slippers komen hier goed van pas. Soms puzzel je nog even om met droge voeten aan de overkant te komen, maar dat wordt minder en minder mogelijk. Tijdens het lopen stroomt het zweet mij van het voorhoofd.


Apen zie je volop onderweg. Alle vier de soorten in Costa Rica (brulapen, slingerapen, kapucijn apen en doodshoofdapen) zien we tijdens de wandeltocht.

Soms zit er een grote roofvogel vlak bij in een boom. Het pad wordt vaak gekruist met het pad van de bladsnij-mieren. De mieren zijn hier de nodige maten groter dan in Nederland (zoals ik eerder deze vakantie ook gemerkt hebt bij hun beten).


5 Kilometer voor het einde moeten we een bredere rivier oversteken. Het heldere, koude water is zo lekker aan de voeten dat we langer in het water blijven staan. Even later komt een grote groep kapucijnen aapjes vlakbij het water. Ze zijn niet schuw en je kunt vlakbij komen.


Ik begin het toch wel warm te krijgen en het water begint langzaam op te raken. De laatste kilometers lopen we weer wat sneller door. Hier zie ik nog wel een koppel 'grote loopvogels' en een groep doodshoofdapen. De doodshoofdaapjes hebben erg te lijden van de stropers. Ze zijn gewild als huisdier omdat ze er zo leuk uitzien. Hierdoor komen ze nog maar op een paar plaatsen in Costa Rica voor.

Vlak voor het einde horen we de ara's krijsen en in de verte zie je ze in de bomen zitten. Deze rode ara's komen behalve in dit park alleen in het Carata park nog voor.

Om 14:45 kom ik dan eindelijk bij Sirena aan. Hier kamperen we bij het parkwachtershuis in aanbouw. De tenten (en nog wat bagage) worden ingevlogen en zullen later arriveren. Het vliegtuig landt vlakbij de camping op een grasveld.


Eerst rust ik uit op het gras en drink nog een fles water leeg. Bij de camping zitten een heleboel dieren : ara's, toekans, apen, gieren, reigers, spechten enz. . Als ik ga douchen zie ik een agoeti 'gewoon' over het gras lopen. Helaas heb ik dan geen fototoestel bij me en wil ik later hiervoor terug gaan. Het dier laat zich hier echter niet meer zien tijdens ons verblijf.


Een groep van SNP kampeert hier ook een aantal dagen. Deze groep hebben een aantal van onze groep al in Rinco de la vieja gezien. Ze krijgen de naam Stichting Natuur Pesten door het trekken aan de staart van de papagaai in Rincon de la Vieja. Hier laten ze hun rommel (incl. batterijen) gewoon op de camping achter! De SNP groep staat er verbaast van te kijken dat we hier het water zo maar uit de kraan drinken. Zelf drinken ze alleen ontsmet water. Als ik opmerk dat we de salades e.d. in restaurants ook met kraanwater gewassen worden, zeggen ze dat ze al het eten uit Nederland meegenomen hebben en zelf koken.


Een aantal gaan zwemmen in de oceaan. Als ik dat ook wil gaan doen, komen de eersten weer terug. De stroming is zo sterk dat zwemmen onverantwoord is. Ik loop een stuk in het water. Hier komen behoorlijke golven. Het ene moment staat het water tot je knieen, het volgende moment komt een golf tot je schouders.


Rondom de 'camping' is gelukkig veel te zien. Veel vogels zitten nu in de laagstaande zon in de bomen langs het gras. De ara's vliegen rond de camping.

Een groene papegaai wil ook aandacht hebben en gaat vlak bij de tenten in een boom zitten. Je blijft foto's maken van deze prachtige vogels. Je merkt dat de ara's echt groepsdieren zijn. Ze blijven met elkaar bezig. Dan flikflooien ze en even later kibbelen ze op een tak.




Wij eten in de 'kantine', waar de parkwachters voor ons koken. Het eten smaakt er prima. Binnen kunnen we nog even de wandelroutes voor morgen uitkiezen uit de reisgidsen.

Als we uitgegeten zijn is het donker. In deze hut mogen we niet blijven zitten en er is verder nergens licht of een zitplaats. Daarom ga ik maar in de tent liggen om te slapen.

Door de hitte en de vochtigheid drijf ik bijna weg op mijn slaapmatje. Het slapen gaat maar moeilijk door deze hitte.


de volgende dag