We gaan om 8:15 lopen. De route begint over een onverharde weg die langzaam stijgt. Af en toe komt er een auto langs (en soms
meerdere). En dan is het stof happen.
De bomen langs de weg zorgen voor veel schaduw.
Na ca. een uur komen we bij een cafebar. We stoppen en nemen een drankje. Ik neem een kop(je) koffie. Als de laatsten aankomen gaan we weer verder.
De weg volgen we tot aan de grens met Montenegro. Hier groeien veel frambozen. Ze zijn rijp en ik eet er de nodige op. De wilgenroosjes op de grens zorgen voor een mooie kleur.
De route gaat verder over een pad door een bos. Er staan veel bosbessenstruiken langs het pad. Ze zijn lekker! Later in de reis leren we dat er 2 soorten bosbessen staan: Met donkerder blaadjes, waarvan de vruchten van binnen wit zijn en met lichtere blaadjes, waarvan de vruchten van binnen rood zijn. Die laatste zijn het lekkerste. De bessen die we in Nederland meestal eten zijn de blauwe bessen. Deze komen uit de VS en groeien aan trosjes. Melderslo staat er vol mee ( 25% van de Nederlandse bessen wordt in Melderslo geteeld).
Op een paar plaatsen is het modderig, al valt het wel mee en het is maar op een paar plaatsen.
Naast bosbessen zijn er veel bloemen te zien.
Om 12:10 zijn we op het hoogste punt. We komen uit bij een open plek met een huis (tevens cafe). We stoppen hier om de
lunch op te eten. Naast een cola bestel ik (net als iedereen) een stuk vers gebakken bosbessencake. Deze is door de moeder van de eigenaar gebakken.
Er is niet genoeg, maar de tweede cake is net voor het vertrek klaar.
Er wordt gewaarschuwd voor een hond richting wc gebouwtje. Dat blijkt niet de rustige bruine hond te zijn die langs de hut ligt, maar de
zwarte hond, een stukje verder.
Na de lunch gaat het langzaam omlaag.
Na minder dan een uur is er een cafe. Kushtrim kent de bewoners en trakteert op een drankje.
We dalen verder, nu vooral door een bos. Er staan veel distels in bloei: zilverdistel, boldistel/kardoen?. Ook de distelvlinder is van de partij.
Het gaat nog even (een minuut of 10) omhoog, richting een keteldal. Ondertussen kan er gesnoept worden van de frambozen en bosbessen langs het pad (lekker!).
We zijn voor 17:00 bij het guesthouse Bashkimi In Dobërdol (mooi dal).
De eigenaar begroet ons hartelijk bij de poort. De vlaggen van de EU, Albanie en Kosovo wapperen voor het huis.
Dit zou een eenvoudige overnachting in een herdershut zijn. Maar de huisjes zien er goed uit. We slapen op matrassen op een verhoging. Er zijn 2 douches, waarvan een warme. En het is veel minder druk dan bij het vorige guesthouse.
De koelkast is prachtig: Boven stroomt er koud bronwater in, dat er onder weer uit stroomt. Het bier (en de frisdrank waarschijnlijk...) zijn heerlijk koel.
Op het terras, langs het aardappelveldje, is het mooi zitten.
Een blikje bier gaat er met de warmte wel in (een tweede ook wel). De hete douche is geweldig goed. En ook hier wordt voor handdoeken gezorgd.
Als de zon onder gaat koelt het af. We eten daarom binnen in het bijgebouw.
Na het eten wordt er een kampvuur gemaakt.
Rond 22:00 ga ik slapen.
Statistieken: | ![]() |
|
Tijd onderweg: | 8:45 uur | |
Looptijd : | 4:50 uur (> 1 km/uur) | |
Afstand: | 17.3 km | |
Gestegen: | 1064 m | |
Gedaald : | 445 m |